Veel van de producten die je koopt komen niet uit Nederland. De meeste producten worden buiten Europa gemaakt: de kleding die je draagt, de schoenen in je kast, de potten en pannen in de keuken, dat leuke vaasje op je vensterbank. Eigenlijk staan we nooit stil bij de herkomst van de producten die we kopen. In de supermarkt kopen we wat we nodig hebben en in de kledingwinkel kopen we wat in de mode is. Wij vinden het heel normaal dat we precies kunnen kopen wat we willen. De makers van de artikelen, producenten, wonen veelal in landen als India, Bangladesh, Vietnam, Peru en Kenia. Landen waar de meeste mensen arm zijn en een hard leven hebben. De Wereldwinkels proberen hier iets aan te doen. Door er voor te zorgen dat ze wel weten waar de producten in de Wereldwinkel vandaan komen. Door eerlijk te handelen met de producenten.
Wereldeconomie
Als je wat verder nadenkt over de herkomst van producten komt er veel meer bij kijken. De hele wereldeconomie draait om handel. Stel jezelf eens de vraag wat de producent krijgt voor het product dat jij koopt. In de reguliere handel krijgen de producenten bijvoorbeeld maar weinig betaald voor hun arbeid. De handelspositie van de armste landen op de wereldmarkt is slecht en de arbeidsomstandigheden laten te wensen over. Hierdoor blijven de producenten in het Zuiden in een afhankelijke positie.
Wat is eerlijke handel?
Wereldwinkels vinden dat handel eerlijk moet zijn. Daarom hebben ze regels opgesteld waarin staat wat eerlijke handel is. In het kort gaat het hierom:
- Handel met respect voor mens en milieu
- Menswaardige omstandigheden en zorg voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen
- Duurzame handelsrelaties met producenten en een goede prijs voor hun producten
- Ondersteuning bij productontwikkeling
- Inzicht in doel en werkwijze van alle handelspartners.
Niet alleen de producenten moeten aan deze criteria voldoen maar ook de importeurs die aan Wereldwinkels leveren en de Wereldwinkels zelf. Eerlijke handel is namelijk gelijkwaardige handel. Iedereen moet zich aan de regels houden.
En jouw rol daarin?
Deze regels zijn de einddoelen van eerlijke handel. Door producten te kopen in de Wereldwinkel help je deze einddoelen te behalen. Neem de regel over milieu eens als voorbeeld. Doordat producenten hun producten verkopen, kunnen ze het geld dat ze verdienen gebruiken voor milieumaatregelen. Zo kan een producent van speelgoed milieuvriendelijke verf kopen. Of kan een producent van houten muziekinstrumenten nieuwe bomen planten. Omdat deze criteria in ontwikkeling zijn, noemen we ze ‘groeicriteria’. Criteria die vanaf het begin hetzelfde zijn, noemen we ‘minimumcriteria’. Een goede prijs is hier een voorbeeld van.
Maar wie zijn die producenten en wat hebben zij aan eerlijke handel?
Het zijn bijvoorbeeld koffieboeren, zilversmeden en houtsnijders. Mensen die vaak thuis of in een klein atelier werken. Die met weinig middelen prachtige producten maken. Vaak zijn ze aangesloten bij een grotere organisatie, soms ook niet. De producenten leven in de armste landen van de wereld. Vaak hebben ze geen stromend water, eten of medicijnen. Wonen ze in krotten en kunnen de kinderen niet naar school. Zij zijn blij dat er Wereldwinkels zijn die hun spullen verkopen. De Wereldwinkel geeft namelijk iets extra’s. Voor de ene producent zijn dat adviezen over mode in Nederland of de extra aandacht voor het milieu. De andere producent is blij dat zijn kinderen nu naar school kunnen of dat er een pomp met stromend water in het dorp is gebouwd. De meeste zijn blij dat Wereldwinkels ieder jaar opnieuw hun producten verkopen. Dan weten ze dat ze ook volgend jaar hun kinderen naar school kunnen sturen.